Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. In allerlei voorschriften en eisen is vastgelegd wat daaronder wordt verstaan. Het instituut Skal controleert of de voorschriften worden nageleefd.
Er wordt geen gebruik gemaakt van genetische modificatie. Het gebruik van genetisch gemodificeerde ingrediënten, enzymen en diervoer is uitgesloten. Dit wordt in strijd geacht met het natuurlijke karakter van de biologische landbouw.
Gewassen worden uitsluitend geteeld op grond en bijvoorbeeld niet op water of op een kunstmatige ondergrond zoals steenwol. Het aantal dieren dat wordt gehouden is in evenwicht met het grondoppervlak. De mest moet kunnen worden gebruikt op het eigen land of op land van andere boeren in de streek zodat er geen mestoverschot ontstaat.
De natuurlijke kringloop wordt zo veel mogelijk in stand gehouden. Mest wordt verspreid over het land en zorgt voor voedingsstoffen voor de gewassen. Wij gebruiken het mest van de koeien van onze buren. Groentes die bij ons niet geschik zijn voor de verkoop, leveren we weer terug aan de koeien. zo ontstaat er een mooie kringloop van voedingsstoffen en wordt er niks verspild.
Biologische gewasbescherming bestaat uit de combinatie van het inzetten van natuurlijke vijanden (denk aan sluipwespen), bestrijdingsmiddelen van natuurlijke oorsprong en mechanische bestrijding, zoals het wieden van onkruid.
wij gebruiken rassen die minder gevoelig zijn voor plagen en ziekten, zogenaamde robuuste rassen
wij wisselen verschillende soorten gewassen op een stuk land af: wisselteelt. Wanneer er een plaag is helpt het op deze manier om gewassen te planten die minder gevoelig zijn voor plagen. De plaag verdwijnt dan weer, er ontstaat geen monocultuur.